Dierexperimentencommissie (DEC)

Wat doet een DEC?

Een hoofdtaak van de DEC is het ethisch toetsen van aanvragen voor dierproeven. Hierbij hoort beoordelen of het belang van een project opweegt tegen het ongerief bij dieren. De commissie geeft hierover een positief of negatief advies. Een DEC toetst ook het volgende:

• Zijn er alternatieven zonder proefdieren om doelen te halen?
• Worden er zo min mogelijk proefdieren gebruikt?
• Is er voldoende aandacht voor verfijning van dierproeven? Een dier moet zo min mogelijk pijn of ongerief hebben. Dit kan door bijvoorbeeld pijnstilling, verdoving of goede huisvesting.

Samenwerking CCD en DEC

Eén van onze taken is het toezicht houden op de DEC. We erkennen nieuwe DEC’s. En bij een wijziging in de samenstelling van een DEC moeten wij dat goedkeuren. We houden daarnaast ook toezicht op:

• de deskundigheid;
• de onafhankelijkheid;
• het inschakelen van extern advies over welzijn en de verzorging van de dieren.

Samen met de DEC’s beoordelen we nieuwe leden met een speciaal expertisekader. Hierin staat voor elk vakgebied waar een nieuw lid aan moet voldoen. Dit zijn eisen voor de opleiding en de werkervaring. Meer informatie over DEC’s vindt u op de website van de Nederlandse Vereniging voor Dierexperimentencommissies. 

Samenstellling DEC

Een DEC bestaat uit minstens 6 leden en een voorzitter. De voorzitter en minimaal de helft van de leden mogen niet werken voor een instelling aan wie de DEC advies geeft. Een instelling is bijvoorbeeld een universiteit die de dierproeven uitvoert. Zo verzekert de commissie haar onafhankelijkheid en onpartijdigheid. De DEC bestaat onder meer uit deskundigen op het gebied van:

• ontwerp van proeven (methodologie) en statistiek;
• (proef)diergeneeskunde;
• houden en verzorgen van proefdieren;
• ethiek.

Lees meer over de eisen in de publicatie Vereisten en referentiekader voor erkenning DEC's.