NTS 2016705-1 Het onderzoeken van moleculaire en cellulaire aspecten van kanker uitzaaiingen

De prognose voor mensen met huidkanker of een bepaald type borstkanker is slecht als kankercellen uitzaaien naar de lever. Behandelopties zijn er momenteel voor de meeste patiënten met uitzaaiingen niet. Soms duurt het tientallen jaren voordat een kankercel op de nieuwe plek uitgroeit tot een tumor. De cel is dan in slaap: hij deelt zich niet, maar gaat ook niet dood. Als hij ontwaakt kan hij in korte tijd tot een uitgezaaide tumor uitgroeien. Er zijn nog maar weinig therapieën die slapende uitgezaaide kankercellen opruimen. Er is dus behoefte aan nieuwe therapieën om uitzaaiingen te stoppen, maar we kunnen die pas ontwikkelen als we tot in detail weten hoe ze ontstaan. Wij willen dat onderzoeken. Ook het proces van in slaap vallen en ontwaken willen we ophelderen. Kanker is een van de meest dodelijke ziektes van de westerse wereld. Per jaar overlijden ongeveer 40.000 mensen in Nederland aan de gevolgen ervan. Meestal zijn uitzaaiingen de oorzaak van overlijden. Kankeruitzaaiingen ontstaat als cellen van een tumor loslaten, de bloedbaan in gaan, zich ergens anders in het lichaam vestigen en daar uitgroeien tot een nieuwe tumor.

Wij verwachten de moleculaire en cellulaire processen achter het ontstaan en de ontwikkeling van uitzaaiingen beter te gaan begrijpen. Bekend is al dat een bepaalde groeifactor (Transforming Growth Factor Beta) er een belangrijke rol in speelt. We willen die rol verder onderzoeken. We zullen daartoe tumorcellen inbrengen in muizen en de rol van bepaalde moleculen tijdens de ontwikkeling van uitzaaiingen bestuderen. Die doen we door die moleculen te manipuleren, waarna we kijken welk effect dat heeft op de groei van tumoren en uitzaaiingen. We gebruiken hiervoor een techniek die beeldvorming van moleculen in dood weefsel mogelijk maakt (immunohistochemie), en een techniek die beeldvorming van biologische processen in een levend dier mogelijk maakt (intravitale microscopie). De nieuwe inzichten leveren naar verwachting aanknopingspunten op voor de
ontwikkeling van therapieën en behandelstrategieën.

In dit onderzoek wordt gewerkt met muizen.