NTS 20186004 Stress in het vroege leven induceert emotionele stoornissen: de synergische actie van stress mediatoren en voeding

Negatieve ervaringen in de eerste periode na de geboorte beïnvloeden een individu niet alleen acuut, maar hebben ook langdurige gevolgen voor de gezondheid. Dit noemen we vroege programmering. Uit meerdere klinische studies is gebleken dat vroege stress de kans vergroot op emotionele stoornissen later in het leven. Het doel van dit onderzoek is om te begrijpen welke invloed vroege stress heeft op vroege programmering en latere mentale gezondheid. In dit project proberen we een antwoord te vinden op de vragen: Hoe verandert vroege stress de structuur en functie van het brein? Verschilt dit voor mannen en vrouwen? Zijn stress signalen en voeding betrokken bij de vroege programmering? En kunnen we met verrijkte voeding de effecten van vroege stress voorkomen?

Maatschappelijk belang: Vroege stress, zoals kindermishandeling of extreme armoede, is helaas geen uitzondering in onze maatschappij. Preventie van dergelijke situaties is lastig en momenteel beschikken we niet over effectieve therapieën tegen de blijvende effecten van vroege stress. Het is daarom essentieel om beter te begrijpen welke biologische processen betrokken zijn bij de vroege programmering van het brein door stress. Dit kan ons helpen bij het beter begrijpen van de ontstaansmechanismen van veelvoorkomende stress gerelateerde mentale aandoeningen. Daarnaast bestuderen we of verrijkte voeding later in het leven kan beschermen tegen de effecten van vroege stress. Deze specifieke vorm van interventie is veelbelovend omdat deze non-invasief en relatief goedkoop is. Wetenschappelijk belang: Er is niet eerder in zoveel detail onderzocht welke biologische mechanismen ten grondslag liggen aan het programmeren van het brein door vroege levenservaringen.

In dit onderzoek wordt gewerkt met muizen.