NTS 20186606 Geluiden zien? Onderzoek naar het belang van sociale en visuele prikkels tijdens vocaal leren

Het leerproces van praten in mensen en zingen in vogels vertoont sterke
overeenkomsten. Bij mensen en vogels wordt gedacht dat ze beter leren van
een soortgenoot dan door alleen maar naar geluid te luisteren. De aanwezigheid van een soortgenoot is dus belangrijk, maar komt dit door de sociale stimulatie of doordat een geluid anders geleerd wordt als je geluid niet alleen kunt horen, maar ook kunt zien hoe geluid gemaakt wordt? In dit project willen we onderzoeken welke aspecten van de sociale stimulatie en welke stimuluseigenschappen belangrijk zijn om goed te leren, maar ook onderzoeken hoe multimodale perceptie (het samen versus apart waarnemen van informatie van verschillende zintuigen) zich ontwikkelt. Dit kan
experimenteel onderzocht worden in vogels – wat ons inzichten in belangrijke
aspecten van het leerproces zal opleveren, en inzicht in de vraag of dit uniek
samen met menselijke taal geëvolueerd is of ook bij vocaal lerende dieren
bestaat.

Zang van vogels wordt geleerd, en speelt op volwassen leeftijd een belangrijke rol bij het aantrekken van partners. Op vroege leeftijd geleerde voorkeuren voor zang lijken de partnerkeuze te beïnvloeden, maar wat bepaalt wat geleerd wordt, en van wie en wanneer? We gaan onderzoeken hoe de vroege omgevingskwaliteit (grootte en samenstelling van de groep, aan-en afwezigheid van vader/moeder, competitie tussen broers en zussen) en kwaliteit van het leeraanbod (alleen geluid, geluid en beeld of geluid, beeld en een sociale partner) bijdragen aan variatie in de ontwikkeling van de volwassen zang en zangvoorkeuren. Dit onderzoek zal helpen te begrijpen hoe sociale factoren en de manier van blootstelling aan zang in de vroege leeromgeving bijdragen aan de ontwikkeling van communicatie in een
belangrijk model voor onderzoek naar de evolutie en het mechanisme van vocaal leren, de zebravink.

In dit onderzoek wordt gewerkt met zebravinken.