NTS 20197624 Effect van niet-essentiële aminozuren op energiemetabolisme, voederbenutting en groei in regenboog forel

In dit onderzoek wordt gewerkt met regenboogforel, waarvan jaarlijks op wereldschaal ca. 0.8 miljoen ton wordt gekweekt. Omgerekend naar aantallen zijn dit meer dan 1 miljard forellen. Regenboogforel is een vleeseter (carnivoor) en wordt gevoerd met voer waarin gemalen vissen (viseiwit/vismeel) zijn verwerkt. Er bestaan echter zorgen
over de duurzaamheid van grote hoeveelheden gevangen vis die als viseiwit in het voer van kweekvis worden verwerkt. Daarom worden tegenwoordig steeds meer plantaardige en andere viseiwit vervangende ingrediënten (o.a. bacteriën, algen, gist-eiwitten) in het visvoer gebruikt die minder belastend zijn voor het milieu (duurzamer).

Helaas hebben deze vismeelvervangende ingrediënten een andere eiwit
samenstelling dan vismeel ,wat een effect heeft op de voerbenutting en groei van de vis en de vuilproductie door vis. Het doel van dit project is om te onderzoeken welke onderdelen/bouwstenen (de niet-essentiële aminozuren) van de eiwitsamenstelling hierin een rol spelen. Deze informatie kan helpen om de eiwitsamenstelling in het voer in de toekomst zodanig aan te passen dat het voer beter wordt benut voor de
groei van de vis, er daardoor minder vuil wordt geproduceerd en de duurzaamheid van de aquacultuur wordt verhoogd.

Dit project zal uiteindelijk bijdragen aan het produceren van gebalanceerd visvoer. Door het voer zo goed mogelijk af te stemmen op de behoeften van de vis, kan de vis zo efficiënt mogelijk groeien en ontwikkelen. Hoe efficiënter de stofwisseling van de vis, hoe minder afvalstoffen deze produceert.

Dit draagt bij aan zowel de milieuvriendelijkheid van de aquacultuur en het verlagen van de druk op het kweeksysteem. Door in het voer gebruik te maken van
alternatieve ingrediënten voor vismeel kan de duurzaamheid van aquacultuur nog verder toenemen.

In dit onderzoek wordt gewerkt met vissen.