NTS 20199108 Remming van vaatnieuwvorming als behandeling voor goedaardige aandoening baarmoeder: ‘adenomyose’, bij muizen

Een goedaardige aandoening van de baarmoeder waarbij de binnenbekleding van de baarmoeder uitgroeit in de wand van de baarmoeder is ‘adenomyose’. Deze aandoening leidt tot klachten als hevig menstrueel bloedverlies, pijn, en verminderde vruchtbaarheid.

Het aantal personen met de aandoening adenomyose, en daarmee ook verminderde vruchtbaarheid door adenomyose, is moeilijk in te schatten doordat adenomyose vaak niet wordt herkend. Het aantal patiënten met adenomyose wordt geschat op 20-30% van de vrouwen die een gynaecologische en/of fertiliteitskliniek bezoeken met bovengenoemde klachten. Er zijn verschillende studies verricht naar het verschil in uitkomsten van fertiliteitsbehandelingen (zoals IVF) tussen vrouwen met adenomyose en vrouwen zonder adenomyose. De uitkomsten van deze studies laten een 26-28% verminderde kans op een zwangerschap zien bij patiënten metadenomyose.

De behandeling van adenomyose is beperkt tot het afsluiten van de bloedvaten van de baarmoeder of het verwijderen van de baarmoeder. De enige mogelijke behandeling met medicijnen, is een hormonale behandeling. Echter, al deze opties gaan niet samen met een kinderwens. Daarbij ervaren veel vrouwen bijwerkingen van de hormonen.

Er is duidelijk een vraag naar een betere behandeling met minder bijwerkingen. Uit onderzoek weten we dat er duidelijk meer nieuwe bloedvaten gevormd worden in een baarmoederwand met adenomyose, zogenaamde vaatnieuwvorming. Het remmen van vaatnieuwvorming wordt uitvoerig getest in de strijd tegen kanker. In andere vakgebieden, zoals de oogheelkunde, is het remmen van vaatnieuwvorming ook effectief gebleken bij goedaardige aandoeningen.

Het doel van dit onderzoek is om het effect te onderzoeken van medicatie die de vorming van nieuwe bloedvaten remt in een muismodel voor adenomyose.

Door dit onderzoek te verrichten wordt zowel een maatschappelijk als wetenschappelijk belang gediend. Ten eerste zal dit onderzoek tot nieuwe inzichten leiden over de rol van vaatnieuwvorming in het ziektemechanisme van adenomyose. De uitkomsten van deze studie kunnen veelbelovend bewijs opleveren om een medicijn voor adenomyose te kunnen ontwikkelen. Doordat een aantal van de remmers die wij in de muis gaan onderzoeken reeds goedgekeurde medicijnen zijn, of momenteel in klinische studies worden onderzocht, kunnen wij deze behandeling - bij goede resultaten in de muis - relatief snel aanbieden in de gynaecologische praktijk. Er is namelijk een grote behoefte aan een nieuwe, niet-hormonale, behandeling voor adenomyose, omdat deze aandoening bij 20% van de vrouwen met gynaecologische klachten voorkomt, waarvan 70% jonger is dan 50 jaar. Aangezien vrouwen met adenomyose ook vaak verminderd vruchtbaar zijn, zou een behandeling van adenomyose zonder aantasting van de vruchtbaarheid een uitkomst bieden voor veel vrouwen.

De doelgroep van deze nieuwe therapie is in eerste instantie de groep vrouwen met klachten van abnormaal uterien bloedverlies en pijnlijke menstruaties bij adenomyose. In tweede instantie, indien er geen nadelig effecten worden gevonden van de medicatie op de nakomelingen in proefdieren, zouden we de therapie willen aanbieden aan vrouwen die zwanger willen worden.

In dit onderzoek wordt gewerkt met muizen.