NTS 202011385 Levensduur van afweercellen in een meer natuurlijk muismodel

In de wetenschap wordt veel onderzoek gedaan in muizen. Muizen worden gebruikt om medicijnen of vaccins te ontwikkelen, maar ook om meer inzicht te krijgen in de werking van bepaalde ziektes. Deze laboratoriummuizen stammen oorspronkelijk af van wilde muizen. Echter, wilde muizen verschillen, net als mensen, veel meer van elkaar dan laboratoriummuizen. Dat maakt betrouwbaar onderzoek doen lastig. Over de jaren heen heeft men de verschillen tussen laboratoriummuizen steeds verder verkleind. Onderzoekers gebruiken muizen met hetzelfde erfelijke materiaal (DNA) en voeren de muizen hetzelfde voedsel. Ook de omgeving waarin de muizen gehouden worden, werd gelijk gemaakt: saaie en extreem schone kooien en beperkte blootstelling aan natuurlijke ziekteverwekkers (bijvoorbeeld virussen, bacteriën en schimmels). Deze maatregelen werken goed om de betrouwbaarheid van onderzoek te verhogen, maar ze hebben ook nadelen. De laboratoriummuizen zijn eigenlijk té schoon geworden. Dit is te zien aan hun afweersysteem. Normaal helpt het afweersysteem om ziekteverwekkers op te ruimen. Hiervoor moet het wel “getraind” worden: het afweersysteem moet eerst in contact komen met een bacterie om deze de volgende keer te herkennen. Laboratoriummuizen hebben dus een onervaren afweersysteem. In meerdere onderzoeken komen deze nadelen aan het licht. Sommige medicijnen werken wel in schone laboratoriummuizen, maar zorgen voor verschrikkelijke bijwerkingen in mensen. Deze bijwerkingen hadden voorspeld kunnen worden wanneer laboratoriummuizen gebruikt werden die “viezer” waren: muizen die wel in aanraking waren gekomen met ziekteverwekkers. In dit project willen wij het afweersysteem onderzoeken in “vieze” muizen. Er zijn sterke aanwijzingen dat het afweersysteem in deze muizen meer lijkt op het afweersysteem in mensen. Dit betekent dat onderzoeksresultaten beter vertaald kunnen worden van muis naar mens.

Wij zullen onderzoek doen naar afweercellen in muizen met een natuurlijker afweersysteem. Wij kijken specifiek naar de afweercellen in weefsels, bijvoorbeeld in de longen en darmen. In schone laboratoriummuizen zijn er nauwelijks afweercellen in de weefsels. Van deze afweercellen bepalen we de levensduur. Hierdoor zullen we beter begrijpen hoe afweercellen (en daarmee immunologisch geheugen) in de weefsels in stand gehouden worden. Bij verschillende ontstekingsziekten in mensen, zoals bijvoorbeeld reumatoïde artritis, psoriasis of de ziekte van Crohn, spelen afweercellen in de weefsels een belangrijke rol.

In dit onderzoek wordt gewerkt met muizen.