NTS 20206045-5 De effecten van stresshormonen op de accuraatheid van het geheugen: een studie naar de hersenmechanismen en de effecten van tijd

Het doel van dit onderzoek is meer inzicht te verkrijgen in de invloed van stresshormonen op het geheugen. We weten al lange tijd dat stress herinneringen kan versterken, maar er is nog maar weinig bekend over het effect van stress op de kwaliteit van deze herinneringen. In patienten die lijden aan post traumatische stress stoornis (PTSS) zien we dat de herinnering aan hun trauma vaak feitelijk onjuist is, en dat deze herinnering te pas en te onpas opgehaald wordt, d.w.z. onder omstandigheden die vaak maar zeer beperkt op de traumatische gebeurtenis lijken. Er wordt verondersteld dat deze generalisatie van stressvolle/trauma herinneringen naar andere omstandigheden bijdraagt aan de ontwikkeling van PTSS. Daarom is het erg belangrijk te begrijpen hoe stresshormonen de accuraatheid (d.w.z. de feitelijke juistheid) van herinneringen beïnvloeden. Het is hierbij belangrijk te weten dat herinneringen normaal ook minder accuraat en gedetailleerd worden met het verstrijken van de tijd. De herinnering aan emotionele of traumatische gebeurtenissen, vooral in patiënten met PTSS, lijkt echter gevoelsmatig maar weinig te vervagen met het verstrijken van de tijd. Het is tot op heden niet bekend of dit ook echt zo is en hoe dit komt. In dit onderzoek willen we onderzoeken hoe twee stresshormonen, noradrenaline en cortisol, de accuraatheid van het geheugen beïnvloeden op zowel de korte als lange termijn.

Emotionele of stressvolle gebeurtenissen kunnen sterke, blijvende herinneringen veroorzaken. Dit is vooral een adaptief verschijnsel, dat ervoor zorgt dat belangrijke gebeurtenissen goed onthouden worden. Echter, het kan er ook toe leiden dat traumatische gebeurtenissen in het geheugen gegrift lijken te staan, en telkens weer (ongewild) herinnerd worden. Hoewel de herinneringen vaak erg levendig en invasief zijn, met een gevoel voor groot detail, kunnen ze opgehaald worden door willekeurige factoren en onder verschillende omstandigheden, die vaak niet gerelateerd zijn aan het trauma, zoals in PTSS. Momenteel gaan er 7,7 miljoen mensen in Europa alleen al gebukt onder PTSS en lijden daarnaast nog vele miljoenen mensen aan een fobie of een andere angststoornis. Hun behandeling schiet op het moment nog ernstig tekort; minder dan de helft van de PTSS patiënten heeft momenteel baat bij behandeling. Daarom is het van enorm belang dat we beter begrijpen hoe stresshormonen niet alleen de sterkte van herinneringen beïnvloeden, maar ook hun accuraatheid (juistheid). De voorgestelde gedetailleerde studie in muizen zal bijdragen aan een beter begrip van de effecten van stress op het brein en het geheugen, en zo mogelijk in de toekomst helpen bij een betere behandeling van diegenen die lijden onder stressvolle herinneringen.

In dit onderzoek wordt gewerkt met muizen.