NTS 20209266 Ontwikkeling van orthopedische implantaten met langere levensduur

Metalen implantaten kennen binnen de orthopedie verschillende toepassingen. Als gevolg van gewrichtsslijtage kan vervanging van het gewricht (bv. heup, schouder, knie) met een metalen implantaat noodzakelijk zijn. Daarnaast kunnen poreuze metalen implantaten worden gebruikt om gaten in het bot op te vullen en te genezen, die bijvoorbeeld ontstaan als gevolg van een ongeluk of een botziekte.

Een groot probleem bij het gebruik van de huidige metalen implantaten is dat ze in de loop der tijd kunnen loslaten. In het ene geval kan dit komen doordat er te weinig botaanmaak is op het oppervlak van het implantaat. In het andere geval kan dit komen doordat bacteriën zich tijdens de operatie aan het implantaat hechten en vervolgens het implantaat en het omliggende weefsel koloniseren.

Met dit project willen we deze orthopedische implantaten verbeteren door een dunne laag materiaal (coating) aan te brengen. Een dergelijke coating kan het uitgroeien van bacteriën voorkomen en tegelijkertijd de groei van het bot rondom het implantaat bevorderen. Daardoor hoeven patiënten minder vaak een tweede operatie te ondergaan, wordt veel pijn voorkomen, en worden kosten bespaard. Deze coatings kunnen mogelijk bestaande implantaten een langere levensduur geven en daarmee honderdduizenden patiënten per jaar wereldwijd een voordeel opleveren.

Als een implantaat niet meer goed functioneert na een operatie, moet de patiënt een tweede keer geopereerd worden. Dit brengt pijn, ziekte en hoge kosten met zich mee. Het doel is om de levensduur van orthopedische implantaten te verlengen, zodat een tweede operatie niet meer nodig is.

In ons onderzoek bepalen we welke stoffen het beste de uitgroei van bacteriën tegengaan, en tegelijkertijd de botgroei bevorderen. Vervolgens testen we of die stoffen ook een voordeel opleveren als ze als coating gebruikt worden bij implantaten. Hierbij kijken we ook naar hoe de stoffen het beste aangebracht kunnen worden aan het implantaat, zodat ze niet meteen loslaten en geen bijwerkingen kunnen veroorzaken op een andere plek in het lichaam.

In dit onderzoek wordt gewerkt met ratten.