NTS 20209865 Waarom neemt de hoeveelheid spiermassa en de kwaliteit van spieren af bij aangeboren spierafwijkingen, en wat kunnen we er tegen doen?

Goed werkende spieren zijn noodzakelijk voor het dagelijks leven: problemen in skeletspieren (zoals het middenrif, de belangrijkste ademhalingsspier) kunnen leiden tot verslechtering van de kwaliteit van leven en een vroegtijdige dood. Bij een aangeboren spierziekte (myopathie) zitten er vanaf de geboorte al fouten in het erfelijk materiaal, waardoor er zieke spieren worden aangemaakt. Een voorbeeld hiervan is congenitale myopathie: patiënten met congenitale myopathie hebben spierzwakte omdat de spieren niet goed kunnen samentrekken. De afgelopen jaren hebben wij belangrijke stappen gezet in het beter begrijpen van de oorzaken van de verminderde samentrekking van spieren. Deze stappen werden mede gezet in het kader van ons vorige CCD-protocol. Zo hebben we bijvoorbeeld meer inzicht verkregen in hoe het slecht functioneren van eiwitten, de bouwstenen van spieren, leidt tot spierzwakte en hebben we medicatie getest die de eiwitten in spieren sterker laat reageren op activatie-impulsen (zogenaamde spieractivatoren). Maar we zijn er nog niet. Voorgaand onderzoek heeft weer nieuwe, belangrijke vragen opgeroepen, waaronder ‘Hoe spelen recent ontdekte eiwitten in de spiersarcomeer (de kleinste contractie eenheid in spier) een rol in het ziekteproces?’; ‘Hoe leiden verschillende mutaties in hetzelfde gen tot zeer uiteenlopende ziektebeelden?’; ‘Wat is de exacte locatie van de (gemuteerde) eiwitten in de spiersarcomeer?’. Het is frustrerend dat we van sommige eiwitten niet eens weten waar ze precies zitten in de sarcomeer, terwijl ze wel een belangrijke rol spelen in spierzwakte. Deze vragen willen we de komende jaren gaan beantwoorden. Dus, teneinde het begrip omtrent de oorzaken van spierzwakte in patiënten met congenitale myopathie te vergroten, hebben wij het volgende onderzoeksdoel: het beter begrijpen van de lokalisatie en de functie van sarcomeereiwitten. We maken gebruik van zowel spierweefsel van patiënten om de oorzaken van afgenomen spierfunctie te begrijpen, maar ook van proefdieren. De proefdieren bieden ons de mogelijkheid om zowel tot in het kleinste detail als op het niveau van algemene lichaamsfunctie de oorzaken van afgenomen spierfunctie te bestuderen. Zo kunnen we zowel het effect van een erfelijke fout onderzoeken op de kleine eiwitten die onze spier doen samentrekken, maar kunnen we ook bestuderen hoe dit het uithoudingsvermogen, de ademhalingsfunctie en de coördinatie van een organisme beïnvloedt. Met de verworven inzichten hopen we een stap dichterbij therapieën te komen.

Ons doel is nieuwe aangrijpingspunten te vinden om zowel de kwaliteit van spieren als de hoeveelheid spierweefsel (spiermassa) te verbeteren. De oorzaak van spierzwakte in patiënten met congenitale myopathie (incidentie 1:25.000) is onduidelijk. Studies van onze groep en ook die van andere internationale onderzoeksgroepen hebben recent aangetoond dat veranderingen in het contractiele apparaat van de spier waarschijnlijk een belangrijke bijdrage leveren. Het doel van onze studie is deze veranderingen beter te begrijpen. Met de verworven inzichten hopen we een stap dichterbij therapieën te komen.

In dit onderzoek wordt gewerkt met muizen.