NTS 20209884 Het meten van de stofwisseling van darmcellen in biggen om inzicht te verkrijgen in hoe dit samenhangt met darmfunctie

Het maag-darmkanaal zorgt vooral voor de opname en vertering van voedsel. Problemen in de darm kunnen grote gevolgen hebben voor de gezondheid van dieren, en komen helaas vaak voor. Bij biggen
beginnen deze problemen vaak rond de speenperiode, als de biggen stoppen met melk drinken. Een daling in voedselinname, terwijl de darm onvolgroeid is, draagt bij aan darmproblemen. Deze darmproblemen leiden vaak tot diarree, en daarmee tot verminderd welzijn en een verminderde gezondheid van de biggen. De gezondheid van de darm wordt voor een groot deel bepaald door hoe gezond de individuele darmcellen zijn. Voor hun optimaal functioneren en overleven zijn darmcellen afhankelijk van het produceren van voldoende energie. Dit gebeurt voornamelijk in de mitochondriën, vaak de energiefabriekjes van de cel genoemd. In deze studie willen we onderzoeken hoe de energieproductie in de mitochondriën bijdraagt aan het goed functioneren van de darm. Om beter te kunnen onderzoeken hoe de stofwisseling in de darm bijdraagt aan darmfuncties, willen we allereerst methodes ontwikkelen om de gezondheid en het functioneren van de mitochondriën te beoordelen. Daarvoor identificeren we eiwitten en genen die bepalend zijn voor het functioneren van de mitochondriën. Deze worden ‘markers’ genoemd. Doordat we in dit onderzoek de stofwisseling van de darmcellen tegelijk ook daadwerkelijk meten, kunnen we goed bekijken hoe representatief de markers zijn voor de stofwisseling van darmcellen. Met behulp van de markers op eiwiten gen-niveau wordt het in de toekomst gemakkelijker om ook in andere proeven de status en het functioneren van mitochondriën in darmcellen te beoordelen.Dit onderzoek levert fundamentele kennis op over het belang van deze energiefabriekjes van de cel voor de darmgezondheid van biggen. Dit zal ons nieuw inzicht bieden in de onderliggende oorzaken van een slecht functionerende darm rond de speenperiode. Als de werking van mitochondriën inderdaad samenhangt met de darmfunctie, kunnen we in de toekomst gerichter ingrijpen in de darm, om de mitochondriën te ondersteunen en zo de darmfunctie verbeteren. Zo kunnen we bijdragen aan eenverbeterd welzijn van biggen.