NTS 2015325 Fysiologische achtergrond van (variatie in) geboortegewicht van biggen, met focus op oorzaken en gevolgen van verschilen in ovulatiegraad
Biggen met een laag geboortegewicht en tomen met veel variatie in gewicht hebben een hogere sterftekans en hun latere gezondheid en groei zijn slechter. De hypothese die in dit project wordt onderzocht is dat lagere biggewichten en hogere variatie in biggewichten voor een deel worden bepaald door een hoge ovulatiegraad. [NB De ovulatiegraad is het aantal eicellen dat vrijkomt tijdens de eisprong]; veel eicellen leiden na bevruchting tot veel embryo’s waarvan door ruimtegebrek tijdens de dracht een deel afsterft en de anderen zich minder goed ontwikkelen.
Onderzoeksdoelen: 1) Bestuderen van gevolgen van een hoge ovulatiegraad voor eicelkwaliteit en follikelontwikkeling [NB follikels zijn de ‘eiblaasjes’ waarin de eicellen zich ontwikkelen], voor embryonale ontwikkeling en voor (variatie in) biggewicht. 2) Bestuderen van de genetische achtergrond van ovulatiegraad. 3) Bestudering van de invloed van energiebalans en voeding op follikelontwikkeling, ovulatiegraad en (variatie in) biggewicht.
Het project geeft inzicht in fysiologische oorzaken van verschillen in biggewichten en de wijze waarop deze door genetische achtergrond en voeding worden beïnvloed. Dit inzicht kan leiden tot een verandering in de selectie en voeding van zeugen. Ook draagt dit project bij aan de opleiding van studenten.