NTS 2016419 Uit stro meer vlees en melk
Veel bijproducten van de voedselproductie (stro, palmoliebijproducten, kokosvezels, pindadoppen en ook houtafval etc.) bevatten cellulose, hemicellulose en lignine. De koolhydraten cellulose en hemicellulose zijn in principe prima grondstoffen om gevoerd te worden aan herkauwers (koeien,schapen, geiten etc.). Echter de aanwezigheid van lignine remt de afbraak van cellulose en hemicellulose, waardoor deze afval- en bijproducten onvoldoende afgebroken kunnen worden door de micro-organismen in de pens. In dit programma worden schimmels gebruikt om de lignine af te breken en zo de koolhydraten beschikbaar te maken.
Na de schimmelbehandeling kunnen de producten gevoerd worden aan herkauwers. Belangrijk is het om te weten of de dieren het willen opnemen, wat de voederwaarde is van de producten, wat de effecten zijn op de pensfysiologie en wat de invloed is op de melkgift en de melkkwaliteit. Vooralsnog worden alleen eetbare schimmels gebruikt.
Deze proeven zijn nodig om uit te maken of met schimmels behandeld materiaal geschikt is om te dienen als voer voor herkauwers.
Om de wereldbevolking de komende decennia te voeden is het van het grootste belang om andere voedselbronnen aan te boren voor de veestapel, opdat voedsel voor mensen niet gebruikt wordt als voer voor dieren.
Proeven om de invloed van het met schimmels behandelde voer op melkgift en melkkwaliteit te onderzoeken zullen uitgevoerd worden met 10 melkgevende geiten, die niet voorzien zijn van een penscanule. In totaal zullen dus 20 geiten (10 gecanuleerd en 10 niet-gecanuleerd) gebruikt worden.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd met geiten.