NTS 20173507 Fokprotocol voor genetisch gewijzigde dieren met ongerief
Het DNA is de belangrijkste drager van erfelijke informatie in alle bekende
organismen. Het bevindt zich in cellen in de vorm van chromosomen, op één
chromosoom bevinden zich tientallen tot honderden genen. Het is nog
onvoldoende duidelijk wat de functie is van een groot aantal van deze genen
bij zowel normale ontwikkeling als bij ziektes.
Bij het onderzoek naar de functie van genen gebruiken wetenschappers vaak
genetische gemodificeerde diermodellen (o.a. muizen, ratten en vissen). Met
deze genetische veranderde dieren kunnen zij het effect van een specifieke
verandering van één gen op de normale ontwikkeling of een ziekteproces
bestuderen. Het doel van deze projectaanvraag is: Het in stand houden van foklijnen van genetisch gewijzigde dieren (muizen, ratten en zebravissen) met ongerief t.b.v. fundamenteel en translationeel onderzoek (waarvoor door de CCD een vergunning is verleend) binnen onze instellingen.
Genetisch gemodificeerde dieren staan aan de basis van veel fundamenteel
en translationeel onderzoek. Het bestuderen van zebravissen, muizen en
ratten waarin een gen of meerdere genen zijn ‘aan- of uitgeschakeld’ levert
belangrijke informatie op over de functie van dat gen in de vroege
ontwikkeling, tijdens veroudering of tijdens een ziekteproces. Ook kunnen
ziektes zoals kanker worden nagebootst, door het aanzetten van genen die
de groei van cellen bevorderen of het uitzetten van genen die de groei van
cellen juist remmen. De diermodellen voor ziektes, zoals kanker, worden ook
gebruikt voor het testen van veelbelovende (nieuwe) therapieën.
In dit onderzoek wordt gewerkt met Zebravissen, Muizen en Ratten.