NTS 2015106 Keuzes voor jachtgebied, prooien en broedsucces van kerkuil en torenvalk in Limburg
Cultuur- en natuurgraslanden zijn van belang voor (spits) muizen en hun predatoren, waaronder roofvogels en uilen. Het directe doel van dit onderzoek is het aanvullend op de vogeltellingen bepalen van de keuzes die roofvogels en uilen maken met betrekking tot hun jachtgebieden.
Er wordt gekeken in een periode dat er een maximale noodzaak is voor het vangen van prooien (de periode met nestjongen). Deze periode bepaalt de overleving in het betrokken gebied Het uiteindelijke doel van dit project is het beschikbaar maken van goed gefundeerde beheer- en inrichtingsmaatregelen in graslanden die resulteren in een goede (spits)muizen stand en daarmee in gebieden die geschikt zijn voor het grootbrengen van jongen van roofvogels en uilen.
Het project richt zich op in graslanden jagende roofvogels en uilen in het algemeen en op torenvalk en kerkuil in het bijzonder.