NTS 2016507 Onderzoek naar de trekwegen van de grote karekiet met dataloggers
De Nederlandse broedpopulatie van de grote karekiet Acrocephalus arundinaceus is sterk in omvang afgenomen van ongeveer 1200-1600 paar rond 1975 naar 150 tegenwoordig. Op dit moment resteren nog twee kerngebieden in Nederland, te weten de noordelijke Randmeren en de Oostelijke Vechtplassen. De karekieten horen bij het waterrijke Nederland en zijn karakteristieke moerasvogels met een zeer herkenbare zang.
Het belang van het behoud van het moeraslandschap en bijbehorende soorten wordt onderkend in het beleid en de grote karekiet is een van de aandachtsoorten. Om deze reden is een project gestart om het leefgebied te verbeteren. Het project bestaat uit drie pijlers: 1) herstel van het habitat in de Oostelijke Vechtplassen, 2) vergroten van het draagvlak voor de bescherming van de soort en het typische leefgebied, 3) verzamelen van wetenschappelijke kennis voor de bescherming.
Op dit moment wordt internationaal uitgezocht welke trekroutes de grote karekiet volgt en waar de overwinteringsgebieden liggen. Hieraan doen onderzoeksinstellingen in Spanje, Zweden, Tsjechiƫ, Bulgarije en Turkije mee. Daarvoor zijn de afgelopen jaren succesvol individuele grote karekieten met dataloggers (geolocators) uitgerust. De geolocators registreren de daglengte en daarmee kan de positie op de aardbol worden bepaald.
Informatie over de trekwegen van de Nederlandse populatie is zeer gewenst omdat onze vogels wellicht op andere en zeer specifieke plekken overwinteren. Zijn dat bijvoorbeeld gebieden die in kwaliteit achteruit gaan? Om hier een antwoord op te krijgen worden in Nederland, aanvullend op het internationale project, grote karekieten uitgerust met geolocators.
Er wordt noodzakelijke kennis verkregen over de trekroutes en overwinteringsgebieden van grote karekieten die in Nederland broeden. Als ze in specifieke gebieden overwinteren, kan uitgezocht worden of daar gerichte bescherming nodig is. Dat kan helpen om de afname van de populatieomvang van de karekieten te stoppen. Door de internationale samenwerking kunnen de resultaten van het toegepaste onderzoek ook benut worden voor een beter begrip van de trek van grote karekieten in Europa.
Voor dit onderzoek worden 15 tot 30 grote karakieten uitgerust met een geolocator.