NTS 2016518 Een studie naar de achteruitgang van de kleine zwaan in Noordwest-Europa

De populatie in Noordwest-Europa overwinterende kleine zwanen daalt sterk (van circa 30.000 individuen in 1995 tot circa 16.000 individuen in 2015). Momenteel staat de soort daarom als ‘bedreigd’ op de Europese Rode Lijst. In dit project bestuderen we welke veranderingen deze achteruitgang (mede) kunnen veroorzaken.

Eén van de hypothesen is dat de vogels die oorspronkelijk in Nederland overwinterden recent en in groeiende aantallen een andere trekroute zijn gaan volgen en in Griekenland overwinteren. Een andere hypothese is dat de kleine zwanen steeds verder naar het oosten (dichter bij hun broedgebieden op de Russische toendra) overwinteren, mogelijk als gevolg van klimaatverandering.

Om deze hypothesen te testen worden kleine zwanen in de winter in Nederland gevangen en uitgerust met een halsband. Een deel van de halsbanden heeft een GPS-zender om de verplaatsingen in detail te kunnen
volgen.

Dit project vergroot het inzicht in de oorzaak van de achteruitgang van de populatie kleine zwanen in Noordwest-Europa en in de flexibiliteit van trekvogels wat betreft de gevolgde route. De kleine zwaan is in Nederland aangewezen als Natura 2000-doelsoort. Dit betekent dat Nederland een grote internationale verantwoordelijkheid heeft om de soort in stand te houden. Momenteel wordt de zogenaamde staat van instandhouding als matig aangeduid. Het identificeren van de oorzaak van de achteruitgang, van de
routes en van belangrijke pleisterplaatsen maakt het nemen van zinvolle beheermaatregelen mogelijk.

Het onderzoek wordt gedaan met kleine zwanen.