NTS 20197905 Ecologisch onderzoek aan vleermuizen, uilen en roofvogels in het wild

Het project richt zich op vleermuizen, roofvogels en uilen. Deze hebben een uitzonderlijke beschermingsstatus (Habitatrichtlijn bijlage I of II, CITES; alle
Habitatrichtlijn Bijlage IV).

Deze status houdt in dat nationale en regionale overheid verplicht is voor deze soorten voor een gunstige staat van instandhouding te zorgen. Voor een aantal van de soorten dient zij geschikt habitat aan te wijzen en als zodanig te beheren (Natura 2000 gebieden).

Aanvullend worden individuen en van een aantal soorten ook hun verblijfplaatsen beschermd door de Wet natuurbescherming. Dit betekent
onder andere dat men bij werkzaamheden op en rond de verblijfplaatsen
rekening moeten houden met bepaalde soorten en hun verblijfplaatsen.
Daarnaast zijn vleermuizen, roofvogels en uilen als top van de voedselketen
een belangrijke factor in voedselnetwerken in natuurgebieden. Dit alles
betekent dat om beheer, bescherming, landschapsinrichting en maatregelen
op het gebied van de volksgezondheid kosteneffectief uit te voeren, regelmatig
behoefte is aan wetenschappelijke onderbouwing.


Doelstelling van dit project is om te voorzien in deze behoefte: het verzamelen
van gegevens over migratie, terrein- en landschapsgebruik en het dieet van
twee groepen vliegende predatoren: vleermuizen en roofvogels en uilen.

In het project wordt de herkomst, identiteit, familieverbanden, terreingebruik en migratieroutes van individuele vleermuizen, roofvogels en uilen bepaalt, waarmee beheer- en beschermingsvragen worden beantwoord. Als resultaat hiervan beschikken overheden, terreinbeheerders, landschapsontwerpers en
ecologische adviesbureaus over de juiste wetenschappelijke gegevens om
efficiƫnt en effectief bescherming en beheer uit te voeren.

In dit onderzoek wordt gewerkt met vleermuizen, uilen en roofvogels.