NTS 2015337 Ecologisch onderzoek aan roofdieren (Canivora) in het wild
Doel van dit project is het beantwoorden van de vragen die overheden, semi-overheden, particuliere terreinbeheerders enandere opdrachtgevers hebben over het beheer, de bescherming en de risico's oor de volksgezondheid van in het wild levende roofdieren (Canivora). Er wordt kennis verzameld door het volgen van roofdieren met behulp van zenders en/of door hen anderszins te merken. het verzamelen van nieuwe kennis over een bepaald soort in een lokale situatie en het combineren daarvan met de beschikbare meer algemene kennis, leidt tot het verbeteren van het beheer, het voorkómen van problemen tussen roofdieren en mensen (predatie, volksgezondheid) en het beter beschermde van bedreigde soorten. Als het om exoten gaat (soorten die oorspronkelijk niet tot de Europese fauna behoren), leidt het tot inzicht in hun rol en hun invloed op het ecosysteem, en dus tot verbetering van de beheersmaatregelen.
Het wetenschappelijk belang is het vergroten van de algemene en specifieke kennis van de ecologie van roofdieren. Het maatschappelijk belang is een betere beheersing van het overdragen van ziektes parasieten door carnivoren op mensen en (landbouw-)huisdieren, plus een beter beheer gericht op het harmonieus samenleven van roofdieren en de mens. Dit project draagt ook bij aan de wettelijke taak die Nederland heeft in het beschermen van de wilde fauna, waaronder alle soorten binnen dit project, behalve de exoten.
Dit project levert een uitbreiding op van specifieke kennis over de leefwijze van in het wild levende roofdieren, zoals hun voedselkeuze, aantallen, sociale structuur, terreingebruik, invloed op prooisoorten, ziekten, parasieten, verspreiding en dergelijke. Zulke kennis vormt de basis voor een verantwoord en wetenschappelijk onderbouwd natuurbeheer en draagt bij aan de bescherming van volksgezondheid.
Voor dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van diverse soorten roofdieren (carnivora), maximaal 120 volwassen en 250 juveniele individuen.