NTS 20174524 Onderzoek naar vogelgriep-specifieke antilichamen in wilde vogels
Wilde vogels zijn de natuurlijke gastheer van griepvirussen. Alle griepvirussen van mensen en dieren vinden hun oorsprong in wilde vogels. In wilde vogels komen veel griepvirus varianten voor, vooral in wilde watervogels. Deze griepvirussen worden regelmatig overgedragen naar pluimvee en kunnen daar grote economische schade en impact op dierwelzijn veroorzaken (door bv ophokplicht of ruimingen). Nederland is een vogelrijk land, zowel qua pluimvee als wilde vogels, en vormt daarmee een hotspot voor vogelgriep. Vooral trekkende vogels kunnen ‘nieuwe’ vogelgriep virussen meenemen naar Nederland. Het is daarom van groot belang om de rol van wilde vogels in de verspreiding van vogelgriep te verduidelijken en te weten waar, wanneer en welke vogelsoorten met vogelgriep in aanraking komen. Dit kan door het bepalen van vogelgriep-specifieke antilichamen in het bloed die veel langer meetbaar blijven dan dat het virus uitgescheiden wordt. Hierdoor kunnen gastheersoorten die vogelgriepvirussen kunnen verspreiden worden geïdentificeerd.
Wanneer de informatie over vogelgriep-specifieke antilichamen wordt gecombineerd met informatie over actieve virusinfecties in wilde vogels kan ontdekt worden of bepaalde vogelgriepsoorten zich verspreiden of van gastheer veranderen en daarmee mogelijk een dreiging vormen voor de Nederlandse pluimveehouderij. Deze kennis zal bijdragen aan het opstellen van betere maatregelen ter bescherming van pluimvee maar ook mensen. Daarnaast zal het bepalen van gastheersoorten ertoe bijdragen dat we gerichter kunnen gaan zoeken in wilde vogels en zo in de toekomst minder dieren hoeven te testen.
In dit onderzoek wordt gewerkt met (water ) vogels.