NTS 20184945 Het effect van elektrische puls vistuigen op mariene organismen

Het overgrote deel van de Nederlandse platvisserij is overgestapt van vissen met wekkerkettingen naar
vistuigen met elektrische pulsen om de doelsoort, voornamelijk tong, uit de bodem op te jagen. Dit heeft grote
voordelen, voor visser, milieu en ecosysteem. Er zijn ook zorgen over de effecten van elektrische pulsen op
(ondermaatse) vissen en ongewervelden. Ter ondersteuning van een wetenschappelijk verantwoorde keuze om
elektrisch vissen wel/niet toe te laten heeft het ministerie van Economische Zaken het onderzoeksprogramma
“Impact Assessment Pulse Fishery” (IAPF) gestart. Binnen het IAPF onderzoekt dit deelproject de effecten van
elektrische pulsen op zeedieren. Het doel is een algemeen model opstellen om vangstselectiviteit en schade te
voorspellen. Dit kan bovendien bijdragen aan tongvisserij met minder bijvangsten en nadelige gevolgen voor
het ecosysteem. Relevante onderdelen met betrekking tot dierproeven om tot dit model te komen zijn het doen
van elektrische gevoeligheidsmetingen van de spieren van verschillende vissen, het meten van gedragsreacties
op elektrische velden en het bepalen van mogelijk effecten op de (vroege) ontwikkeling van vissen als ze als
embryo (in het ei of als larve) aan elektrische pulsen worden blootgesteld. Voor het doen van de
spiergevoeligheidsmetingen zullen de dieren verdoofd zijn, hiervoor worden verdovingsprotocollen opgesteld.

Het einddoel is een voorspellend model van de effecten van elektrische pulsen op mariene organismen. Dit project omvat de reactie van de spieren op elektrische pulsen, mogelijke gedragseffecten op de dieren, mogelijke effecten op ontwikkeling als embryo's aan pulsen worden blootgesteld en mogelijke schadelijke effecten op de wervelkolom. Hierbij houden we rekening met sterkte en vorm van de elektrische velden, de gevoeligheid van vissen en factoren die de kans op schade door pulsen bepalen. Dit model betreffende de effecten van elektrische pulsen op marine dieren dient ook als invoer voor een algemeen, opgeschaald model dat de overgangseffecten naar pulsvisserij beschrijft op Noordzeeniveau.

In dit onderzoek wordt met tongembryo's/- larven en haai en/of rog embryo's.