NTS 20172446-1 Het effect van waterzuurstofgehalte in het vroege leven van forel op voerinname en stressgevoeligheid in het latere leven
De maatschappelijke vraag naar de ontwikkeling van een efficiënte, milieuverantwoorde en duurzame kweek van vis heeft geresulteerd in onderzoek naar factoren die de voeropname en groei van kweekvis bevorderen. Verbetering van voeropname en groei resulteert in minder vervuiling van het kweekwater, een betere waterkwaliteit en een lagere vuiluitstoot naar het milieu. Onderzoeksresultaten m.b.t. voedings-, omgevings- en fysiologische factoren/- mechanismen die voeropname en groei beïnvloeden staan echter nogal eens ter discussie door de grote variatie tussen behandelingen en tussen studies. Hierdoor kunnen conclusies t.a.v. geformuleerde onderzoeksvragen niet eenduidig worden getrokken en is vertaalbaarheid van de resultaten naar de industrie discutabel. Het gevolg is dat onderzoek moet worden herhaald en extra proefdieren (vissen) worden gebruikt. Eén van de factoren die waarschijnlijk bepalend is voor variatie in maximale voeropname tussen groepen van vissen in het latere leven is de variatie in zuurstofgehalte waaraan vissen worden blootgesteld in het vroege leven. Lage waterzuurstofgehaltes ontstaan in het vroege leven door: geringe waterbeschikbaarheid t.g.v. weinig neerslag en/of hoge watertemperaturen (warm water bevat minder zuurstof) en/of microbieel zuurstofverbruik t.g.v. microbiologische afbraak van voerresten en mest in het viskweekwater. Het doel van dit project is te onderzoeken of een laag zuurstofgehalte in het vroege leven van regenboogforel ( Oncorhynchus mykiss) de maximale voeropname en groeisnelheid in het latere leven beïnvloedt. Het is onze hypothese dat een laag zuurstofgehalte in het vroege leven van forel aanpassingen in genfuncties van de forel veroorzaken die de zuurstofopnamecapaciteit en maximale voeropname van forel verhogen.
Dit onderzoek is erop gericht om wetenschappelijke inzichten te verkrijgen t.a.v. het effect van zuurstofconcentratie in het vroege leven op maximale voeropname en groei in het latere leven van forel.
In dit onderzoek wordt gewerkt met forellen.