NTS 20186706 Onderzoek naar de behandeling van cognitieve achteruitgang na een operatie
Een veel voorkomende complicatie na een operatie is leer- en geheugenverlies; cognitieve achteruitgang. Deze vorm van dementie heeft ernstige gevolgen voor de kwaliteit van leven van de patiënt zelf en de verzorgers. Patiënten kunnen niet meer zelfstandig functioneren en moeten een groter beroep doen op de gezondheidszorg. Voor deze complicatie is vooralsnog geen behandeling. Het algemene doel van het project is het onderzoeken van potentiële behandelingen tegen deze vorm van dementie na een operatie.Het mechanisme dat deze dementie veroorzaakt, is nog maar nauwelijks onderzocht.
Uit klinisch en dierexperimenteel onderzoek blijkt dat de ontstekingsreactie na een operatie die nodig is voor wondheling, kan doordringen naar de hersenen. De ontsteking in de hersenen veroorzaakt daar schade waardoor delen van de hersenen niet meer goed functioneren. De afgelopen jaren hebben wij een proefdiermodel ontwikkeld dat het beeld in patiënten, cognitieve achteruitgang en hersenontsteking, getrouw nabootst. In dat model lijkt de ontstekingsremmer ibuprofen positieve effecten te geven, en daarmee onze hypothese over de rol van ontsteking te bevestigen. Echter, de meeste patiënten krijgen sowieso al ibuprofen rond hun operatie. In dit project willen we de effecten van verschillende routes van ontstekingsremming als behandeling verder onderzoeken.
Deze routes zijn: remmen van ontstekingsreactie door middel van actieve fysieke inspanning en passieve training met behulp van een trilplaat; stimuleren van de stofwisseling van zenuwcellen met het experimentele geneesmiddel J147, zodat ontsteking minder schade kan aanrichten; remmen van de ontstekingsreactie door het lichaam alert te maken door middel van het vlak voor de operatie kort afknellen van de bloedtoevoer naar een been (preconditionering). Van de meest succesvolle route wordt vervolgens de toepassing geoptimaliseerd en het onderliggende mechanisme verder uitgezocht. Omdat de cognitieve achteruitgang met name bij ouderen voorkomt, wordt gekeken of het ook in oude ratten werkt.
Door verbeterde operatietechnieken en de vergrijzing neemt het aantal chirurgiepatiënten toe dat geconfronteerd wordt met deze vorm van dementie. Zonder behandelingsopties heeft dit grote sociale, maatschappelijke en economische consequenties. De uitkomsten van ons onderzoek met proefdieren kunnen als potentiële behandelstrategie vertaald worden naar patiënten. Wetenschappelijk zullen de uitkomsten leiden tot een beter inzicht in onderliggende mechanismen van
(deze vorm van) dementie.
In dit onderzoek wordt gewerkt met ratten.