NTS 20185345 Verbetering diagnostiek van maagdarmworminfecties bij volwassen koeien

De Nederlandse Zuivelketen zet zich in voor het behoud van weidegang. Ketenbreed wordt dit ondersteund met het Convenant Weidegang. Dit is een samenwerking waarin gezamenlijk wordt gestreefd naar het weidegang niveau van 2012.
Vroeger werden koeien als kalf al in de wei gebracht. Hierdoor werden de kalveren besmet met maagdarmwormen, waardoor ze weerstand opbouwden. Tegenwoordig komt een deel van de koeien voor de eerste keer in de wei als ze volwassen zijn. In dat geval hebben ze geen weerstand opgebouwd tegen maagdarmwormen. Als gevolg hiervan kan ziekte optreden en/of valt de melkproductie tegen. Voor jongvee zijn er meerdere diagnostische testen beschikbaar om een beeld te krijgen van de mate van de maagdarmworminfectie of schade door maagdarmwormen. Denk daarbij aan een bepaling van het aantal wormeieren in de mest van de dieren of een bepaling van het gehalte van het enzym pepsinogeen in het bloed. Het is onbekend of deze testen ook gebruikt kunnen worden voor diagnostiek bij volwassen rundvee (met eerste weidegang).
Voor volwassen melkvee is een tankmelktest beschikbaar voor onderzoek naar antistoffen tegen maagdarmwormen. Deze wordt voornamelijk in de maand oktober toegepast om de mate van besmetting met maagdarmwormen van het afgelopen weideseizoen in te schatten. Voor vervolgonderzoek bij individuele dieren is behoefte aan een individuele antistoffentest. Van de test die voor tankmelk wordt gebruikt, is de bruikbaarheid voor individuele toepassing nog onduidelijk. Ook het eerder in het seizoen inzetten van de tankmelktest zou veehouders mogelijk eerder inzicht geven in het voorkomen van een infectie met maagdarmwormen in de melkveekoppel, maar ook hiervoor is aanvullend onderzoek (validatie) nodig. Het uiteindelijke doel van dit project is met behulp van een veldstudie opzet verkrijgen van inzicht in de bruikbaarheid van verschillende diagnostische testen voor maagdarmworminfecties bij volwassen niet eerder geweide runderen. Deeldoelstellingen van dit project zijn: 1. Inzicht in de relatie tussen het gehalte van het enzym pepsinogeen in het bloed bij volwassen koeien met eerste weidegang en de aanwezigheid van maagdarmworminfecties bij deze dieren.
2. Inzicht in de toegevoegde waarde van het bepalen van antistoffen tegen de maagdarmworm Ostertagia ostertagi in rundertankmelk gedurende het weideseizoen (in plaats van alleen na afloop). 3. Inzicht in de waarde van individueel onderzoek op Ostertagia-antistoffen in het bloed. 4. Het vaststellen van het verloop in de tijd van het aantal wormeieren in mest (EPG) van volwassen runderen tijdens hun eerste weideseizoen.