NTS 20185364 Verbetering van de functie van het zachte gehemelte bij schisispatienten door middel van tissue engineering
.Kinderen geboren met een schisis hebben een spleet in de lip, kaak en/of het gehemelte. Deze afwijking komt voor bij
ongeveer 1 op de 700 babies. In veel patienten is ook een spleet in het zachte gehemelte aanwezig. Het zachte gehemelte
bevat spieren die van belang zijn voor de spraak en het slikken. Op een leeftijd van 1 – 2 jaar wordt de spleet in het
gehemelte chirurgisch gesloten zodat de spraak zich normaal kan ontwikkelen. Helaas ontstaat er bij ongeveer 30% van
de kinderen littekenweefsel in het zachte gehemelte na de chirurgie. Dit zorgt ervoor dat zachte gehemelte niet optimaal
kan functioneren waardoor de spraak afwijkend blijft (nasale klanken). In dit project willen we bij ratten onderzoeken of we
littekenvorming in het zachte gehemelte kunnen voorkomen met behulp van tissue engineering. In een eerder project
hebben we al gevonden dat er ook in het zachte gehemelte van ratten littekenweefsel ontstaat na chirurgie. In dit
vervolgproject willen we ook de functie van de spieren in het zachte gehemelte van de rat gaan meten met behulp van
electromyografie (EMG). We verwachten dat de spierfunctie, net als bij schisispatienten, verstoord zal zijn. Vervolgens
willen we onderzoeken of we de spierfunctie kunnen verbeteren door stamcellen van spierweefsel te implanteren in de
chirugische wond. Uiteindelijk kan dit onderzoek leiden tot een verbetering van de chirurgie bij schisispatienten, waardoor de spraak zich meer normaal kan ontwikkelen.
De wetenschappelijke opbrengst van dit project ligt in nieuwe kennis over de genezing van spieren in het hoofd. Daarnaast worden ook nieuwe methoden ontwikkeld om de genezing van spieren te bevorderen met behulp van tissue engineering. Deze methoden kunnen mogelijk ook worden toegepast bij andere spieraandoeningen zoals spierdystrofie en grote spierverwondingen. Het maatschappelijk belang ligt met name in de verbetering van de spraak bij schisispatienten. De afwijkende spraak kan grote consequenties hebben voor de sociale acceptatie van schisispatienten en hun psychologische welbevinden.
In dit onderzoek wordt gewerkt met Wistar ratten.