NTS 20186384 Onderzoek naar de opname en weefselverdeling van nanogeneesmiddelen

Nanotechnologie, het gebruik maken van zeer kleine onzichtbare deeltjes, wordt steeds meer toegepast in allerlei producten. Een nanometer (een miljardste meter) is de schaal van atomen en moleculen. Om een indruk te geven over de grootte: een nanometer is een miljoenste millimeter en grofweg 80.000 keer zo klein als de dikte van een menselijke haar. Er wordt met name veel verwacht van de toepassing van nanotechnologie in de geneeskunde. Betere en slimmere geneesmiddelen die zelf hun weg kunnen vinden naar een ziekteproces zoals kanker. Ook wordt er veel verwacht van combinatiegeneesmiddelen zoals “theranostics” waarbij de diagnose en de behandeling van een ziekte verenigd zijn in een nanogeneesmiddel. Nanomaterialen worden gebruikt omdat zij zeer specifieke eigenschappen hebben die optreden bij de nanodeeltjes en die niet aanwezig zijn bij grotere deeltjes van hetzelfde materiaal. De vraag is dan ook of deze specifieke eigenschappen niet ook tot meer of minder ernstige schadelijke effecten kan leiden. Het door de EU gefinancierde project heeft als doelstelling om een testschema op te stellen voor het onderzoek van nanogeneesmiddelen zowel wat betreft veiligheid als effectiviteit. Voor het gebruik van een geneesmiddel is het nodig om te weten hoe een geneesmiddel zich in het lichaam gedraagt. Dit specifieke project onderzoekt de weefsel en orgaan verdeling van drie representatieve voorbeeld  nanogeneesmiddelen. Hierbij is het belangrijk om te weten dat nanodeeltjes zich anders gedragen dan gewone opgeloste stoffen. Gewone geneesmiddelen worden in weefsels opgenomen op basis van de concentratie in het bloed. Dus hoe hoger de concentratie in het bloed hoe hoger de concentratie in een weefsel of orgaan kan worden. Nanomaterialen en dus ook nanogeneesmiddelen zijn als “deeltjes” in het bloed aanwezig en worden actief uit het bloed verwijderd. Dus ook bij een lage concentratie in het bloed kunnen er hoge concentraties in bepaalde organen ontstaan.

De uitkomsten van dit project geven inzicht in de migratie en verdeling van
drie representatieve nanogeneesmiddelen in de diverse organen. Dit zijn een
nanogeneesmiddeel gebaseerd op een polymeer plastic structuur, gebaseerd
op vetdeeltjes en gebaseerd op een metaal (gouddeeltjes). Deze nanoformuleringen en varianten daarop staan in de belangstelling en worden
onderzocht op hun gebruik als nanogeneesmiddel. Op basis van de resultaten
van deze distributie studies zal er een schema opgesteld worden dat door
ontwikkelaars van nieuwe nanogeneesmiddelen kan worden gebruikt om de
orgaan distributie van hun nanogeneesmiddel te onderzoeken. Daarnaast zullen de uitkomsten van de studie naar de migratie in organen gebruikt worden voor de evaluatie van in vitro celkweekmodellen voor distributie (onder andere naar de opname van geneesmiddelen door cellen).

In dit onderzoekt wordt gewerkt met ratten.