NTS 20197586 Verbetering van blaaskanker behandeling

Jaarlijks krijgen in Europa 124.000 patiënten blaaskanker. Oppervlakkig blaaskanker, die ongevoelig is voor blaasspoelingen met chemotherapie of immunotherapie, en blaaskanker die al is doorgegroeid tot in de diepere spierlaag van de blaas, kunnen het best worden behandeld door het operatief verwijderen van de blaas. Helaas is de bestaande behandeling voor blaaskanker onvoldoende effectief. Gemiddeld 30% van de patiënten die een blaasverwijdering hebben ondergaan leven niet meer vijf jaar na een dergelijke operatie. Daarnaast is de gemiddelde leeftijd van blaaskanker patiënten over de 70 jaar oud en hebben deze patiënten ook vaak andere serieuze aandoeningen.

Daarom komen veel patiënten niet in aanmerking voor een operatie. Patiënten kunnen ook worden behandeld met chemotherapie, dit zijn medicijnen die kankercellen doden of hun celdeling remmen.

Aan het geven van chemotherapie via het infuus zitten helaas ook nadelen, zo kan chemotherapie andere organen zoals de nieren, het hart, de lever of de hersenen aantasten. Een nieuwe therapie voor blaaskanker is immunotherapie, dit zijn medicijnen die een afweerreactie tegen kankercellen stimuleren. Helaas werkt deze behandeling maar in de minderheid van de patiënten. Vanwege deze redenen zijn er betere behandelingen nodig. In dit project willen we lokale werking van chemotherapie en de werking van immunotherapie verbeteren. 1. In het eerste deel van het onderzoek zal er een nieuwe manier worden onderzocht om chemotherapie direct bij de blaas af te leveren, zonder dat andere organen hieraan worden blootgesteld. Dit kan door speciale kleine vetbolletjes waar chemotherapie in zit opgelost toe te dienen via het infuus. Wanneer tegelijkertijd de blaas wordt opgewarmd met een katheter (slangetje in de blaas) tot 42°Celsius, zullen de vetbolletjes juist daar kapot gaan en zal de chemotherapie alleen in het blaasweefsel in hoge concentratie vrijkomen. 2. In het tweede deel van het onderzoek wordt onderzocht hoe het effect van immunotherapie kan worden verbeterd. Het doel is door immunotherapie te combineren met andere stofjes die voor een reactie van het immuunsysteem van het lichaam zorgt, dat de effectiviteit toeneemt.3. In het derde deel van het onderzoek zullen twee van de voorgaande behandelingen (uit deel 1 en 2) worden gecombineerd. We denken dat het anti-tumor effect toeneemt, omdat de twee type behandelingen op een andere manier werken (namelijk de celdeling van kankercellen remmen en de afweerreactie van het lichaam stimuleren).