NTS 20197804 De beschikbaarheid van mineralen in het voer en in het water van een viskweeksysteem voor de groei van vis.
In dit onderzoek wordt gewerkt met Atlantische zalm. Van deze vissoort wordt jaarlijks op wereldschaal ca. 2.3 miljoen ton gekweekt. Daarnaast dient Atlantische zalm in de huidige studie als modeldier voor andere carnivore vissoorten zoals regenboogforel.
Er is een trend in de aquacultuur waarbij wordt overgegaan naar zogenaamde
recirculatie-aquacultuur-systemen (RAS) i.p.v. doorstroomsystemen. Door het gebruik van RAS wordt het gebruik van water en afvalstromen (effluent) verminderd en verduurzaamd de aquacultuursector. Momenteel wordt ongeveer 50% van alle zalmen in de eerste levens stadia (tot ongeveer 100 g) gekweekt in RAS, 15 jaar terug was dit nog vrijwel 0%. Een nadeel van RAS is de ophoping van zware metalen zoals Zn (mineralen) in het water. Deze zware metalen zijn hoofdzakelijk afkomstig uit het voer waar deze actief worden toegevoegd om aan de behoeftes van de vis te voldoen.
De beschikbaarheid van mineralen in plantaardige voeders is laag in vergelijking met voer dat hoofdzakelijk bestaat uit vismeel. Hoge gehaltes aan zware metalen in het kweeksysteem kunnen nadelig zijn voor het welzijn van de vis. Daarnaast zijn hoge gehaltes aan zware metalen in de afvoer (mest en water) nadelig voor het milieu en
hierdoor is het afvalwater ongeschikt voor andere doeleinden zoals gebruik als dierlijke meststof. De projectdoelstelling is om de rol van het voer te onderzoeken met betrekking tot de beschikbaarheid en opname van mineralen in de vis.
Hierbij wordt er gekeken naar de rol van bepaalde aminozuren die betrokken zijn bij de opname van mineralen (Sub-project A) en naar het effect van de verhouding kation en anion in het voer (Sub-project B). Daarnaast zal de chemische samenstelling (mineralen) van het water in een RAS worden bepaald, en bestuderen we welke factoren deze kunnen beïnvloeden. Door het visvoer beter af te stemmen op de mineraalopname van de vis en het kweeksysteem zal de benuttingsefficiëntie van mineralen verhoogd worden en de afvoer en ophoping van zware metalen verminderen, waardoor de aquacultuur verduurzaamt.
Dit project zal uiteindelijk bijdragen aan de ontwikkeling van gebalanceerde visvoeders voor viskweek in RAS door de benuttingsefficiëntie van met name mineralen te verhogen. Een lage benuttingsefficiëntie van mineralen is vooral een probleem wanneer er gebruikt gemaakt wordt van alternatieven voor vismeel. Door de benutting daarvan te verhogen zal de aquacultuur milieuvriendelijker
en minder afhankelijk van vismeel worden. Door een verhoogde benutting en kennis van het kweeksysteem kan de toevoeging van mineralen (premix) aan het voer gereduceerd worden. Meer kennis over en inzicht in het mineraalmetabolisme en het effect dat het voer en kweeksysteem (leefomgeving van de vis) hierop hebben kan bijdragen aan een lagere input aan mineralen en een hogere
benuttingsefficiëntie. Daarnaast komen hierdoor minder zware metalen in de afvalstromen, waardoor deze mogelijk geschikt zijn als dierlijke meststof in bijvoorbeeld de landbouw.
In dit onderzoek wordt gewerkt met vissen.