NTS 20198664 Voeding vroeg in het leven: een nieuwe strategie richting de preventie van obesitas
Stofwisselingsziekten (ook wel metabole ziekten genoemd) zoals obesitas (extreem overgewicht) en diabetes type 2 (suikerziekte) zijn ziekten die op volwassen leeftijd tot uiting komen. Factoren voor het ontstaan van deze aandoeningen, zoals slechte voeding en leefstijl, hebben echter een oorsprong in het vroege leven.
Obesitas en diabetes zijn moeilijk te behandelen, een reden waarom preventie belangrijk is. Deze preventie zou bij voorkeur al vroeg in het leven moeten starten, mogelijk zelfs al voor de geboorte. Weefsels en organen die betrokken zijn bij de stofwisseling - waaronder het brein dat voedselinname reguleert - zijn dan nog volop in groei en ontwikkeling. De vorming van deze organen kan dan worden beïnvloed door het aanbod van voedingsstoffen. Dat heeft effect op het latere functioneren.
De hoeveelheid vet in de voeding en de kwaliteit daarvan lijken in het bijzonder belangrijk, omdat vetten als bouwstof en ontwikkelingssignaal worden gebruikt. Door in het vroege leven voeding aan te bieden met de juiste vetsamenstelling zou men de stofwisseling kunnen ‘programmeren’ en daarmee het risico op het ontstaan van stofwisselingsziekten in het latere leven kunnen verminderen.
In dit project zullen we kijken welke specifieke aspecten van vetkwaliteit in de voeding in het vroege leven een rol kunnen spelen bij de stofwisseling en het functioneren van het brein tijdens volwassenheid.
Dit project draagt bij aan het vergroten van kennis van de ontwikkeling van stofwisseling tijdens het vroege leven.
De resultaten van dit onderzoek zullen bijdragen aan de kwaliteit van voedingsadviezen en de ontwikkeling of aanpassing van voedingsproducten voor jonge kinderen en hun ouders. Preventie van stofwisselingsziekten draagt bij aan een betere kwaliteit van leven en kan helpen de kosten voor gezondheidszorg te verlagen.
In dit onderzoek wordt er gewerkt met muizen.