NTS 20198765 Preklinische evaluatie van de behandeling van uitzaaiingen van darmkanker in het buikvlies door vertraagde afgifte van chemotherapie uit een supramoleculaire gel
Wereldwijd zijn er jaarlijks meer dan 1.8 miljoen patiënten die de diagnose darmkanker krijgen. Darmkanker is daarmee de tweede meest voorkomende kankersoort bij vrouwen en de derde bij mannen. 25% van deze patiënten krijgt uitzaaiingen in het lichaam, bijvoorbeeld in het buikvlies. Hiervoor zijn verschillende behandelingen beschikbaar.
Wanneer patiënten behandeld worden met chemotherapie via het infuus leven patiënten na het stellen van de diagnose uitgezaaide darmkanker in het buikvlies nog gemiddeld 12 maanden. Deze behandeling is levensverlengend, maar niet meer gericht op genezing. De best beschikbare behandeling voor uitgezaaide darmkanker naar het buikvlies bestaat uit twee delen die achtereenvolgens uitgevoerd worden. Allereerst worden alle zichtbare tumordeeltjes verwijderd, in medisch jargon ‘cytoreductieve chirurgie’ genoemd. Dit betekent dat er (delen van) organen weggehaald kunnen worden. Dit gedeelte van de behandeling duurt het langst. Het is cruciaal dat alle tumordeeltjes verwijderd worden. Echter is het onmogelijk om alle microscopische kankercellen te verwijderen. Daarom wordt na de cytoreductieve chirurgie de ‘Hyperthermic Intra-Peritoneal Chemotherapy’ (HIPEC) toegepast. De buikholte wordt dan gevuld met een hoge dosis vloeibare chemotherapie (vaak mitomycine-C), verwarmd tot 42 °C en dit wordt gedurende 90 minuten rondgepompt. Na deze behandeling zijn patiënten nog gemiddeld 22 maanden in leven.
Het probleem is echter dat een grote groep patiënten niet in aanmerking komt voor deze behandeling. Dit kan komen doordat de ziekte te uitgebreid is, bijvoorbeeld bij uitzaaiingen op andere plekken naast het buikvlies, zoals de lever, of omdat de fysieke conditie van de patiënt te slecht is om een operatie te ondergaan.
Omdat maar weinig patiënten in aanmerking komen is de vraag ontstaan om een andere minimaal-invasieve manier (d.w.z. een manier waarbij het lichaam niet geopend hoeft te worden) te onderzoeken om ook voor patiënten die niet voor een operatie en HIPEC in aanmerking komen de overlevingskansen te verbeteren. Hiervoor kan een zogenaamde supramoleculaire hydrogel mogelijk gebruikt worden. Deze gel bestaat uit moleculen die bij injectie vloeibaar zijn en een gel vormen wanneer ze in de buikholte terecht komen. Hierdoor is het mogelijk om de gel te injecteren in de buikholte. De supramoleculaire hydrogel zal in ons experiment geladen worden met dezelfde chemotherapie als bij HIPEC, namelijk mitomycine-C. Mitomycine-C zal in de buikholte langzaam afgegeven worden uit de supramoleculaire hydrogel om zo de overgebleven kankercellen in de buikholte te doden. We willen in deze studie testen of deze supramoleculaire hydrogel met mitomycine-C effectief is bij ratten met kanker in het buikvlies. We kijken dan met name of de gel met mitomycine-C leidt tot verkleining van de tumoren en of de ratten langer blijven leven. Ten slotte wordt er nog gekeken of deze gel betere resultaten geeft dan de HIPEC behandeling, maar ook of bijvoorbeeld de combinatie van operatie, HIPEC en gel mogelijk voor nóg betere overlevingskansen zorgt.
Bij het effectief blijken van deze supramoleculaire hydrogel met mitomycine-C gaat er een deur open voor patiënten waarvoor op dit moment geen behandeling is. Patiënten die niet in aanmerking komen voor de uitgebreide behandeling kunnen mogelijk wel door de supramoleculaire gel in te spuiten in de buikholte lokaal behandeld worden met chemotherapie, waardoor ze mogelijk langer leven.
Een ander voordeel van deze behandeling is dat de chemotherapie uit de gel langzamer wordt afgegeven dan bij de HIPEC-behandeling, wat ook voor een verlenging van de levensduur kan zorgen. Ten slotte wordt er ook onderzocht of de gel gecombineerd kan worden met de HIPEC-behandeling.
We hopen dat het aantal patiënten dat in aanmerking komt voor deze behandeling groter wordt én dat de patiënten langer blijven leven. Mogelijk kan deze vorm van behandeling van supramoleculaire hydrogel met chemotherapie in de toekomst ook bij andere kankersoorten worden toegepast.
In dit onderzoek wordt gewerkt met ratten.