NTS 202010425 Testen van potentieel therapeutische stoffen gericht op biologische processen in twee epilepsiemodellen
In Nederland lijden naar schatting ongeveer 120.000 mensen aan epilepsie (ongeveer 0,8% van de bevolking). Het is daarmee één van de meest voorkomende neurologische ziektes. Epilepsie wordt in veel gevallen gekenmerkt door episodes van bewustzijnsverlies en ongecontroleerde bewegingen. Ondanks het feit dat er meer dan 30 verschillende medicijnen bestaan voor epilepsie, kan 30-40% van de patiënten niet goed behandeld worden. Vooral voor deze groep patiënten leidt de stoornis tot grote beperkingen in hun leven en kan het zelfs levensbedreigend zijn. Vaak moeten deze patiënten een chirurgische ingreep ondergaan waarbij een hersengedeelte moet worden verwijderd. Bovendien zijn er helemaal geen medicijnen die de ziekte kunnen voorkomen of genezen. In dit project willen we anti-epileptische stoffen toepassen die epilepsie beter kunnen behandelen dan de huidige medicijnen en die, in het ideale geval, zelfs epilepsie kunnen voorkomen.
Wetenschappelijk belang:
In dit project passen we de meest recente nieuwe wetenschappelijke inzichten toe. Er is de laatste jaren veel bekend geworden over welke processen een rol spelen bij de ontwikkeling van epilepsie. We gebruiken in dit project stoffen die niet ingrijpen op één target (zoals de huidige medicijnen) maar op meerdere targets of een biologisch proces (bv. ontsteking). Dit moet leiden tot effectievere medicijnen die niet alleen epilepsie beter kunnen bestrijden maar ook kunnen helpen epilepsie te voorkomen.
Maatschappelijk belang:
Het behandelen van epilepsie met effectievere anti-epileptische stoffen zou een grote verbetering zijn voor een groot deel van de epilepsiepatiënten en daarmee hun kwaliteit van leven aanzienlijk verbeteren. Het gebruik van nieuwe anti-epileptische stoffen kan leiden tot een effectievere behandeling en sterke reductie van de ziektekosten.
In dit onderzoek wordt gewerkt met ratten.