NTS 202010606 Pathogenese van arbovirussen in experimentele diermodellen, natuurlijke gastheren en potentiele reservoir-dieren.
Recentelijk zijn er bewijzen voor introductie en verspreiding van mugoverdraagbare virussen (arbovirussen) zoals het Usutu en West Nile virus in Europa. Hoewel veranderingen in landschappen en klimaat hier een belangrijke rol in spelen, zijn de precieze factoren die hiertoe leiden nog niet bekend. Om deze infectieziekten adequaat te kunnen bestrijden is het belangrijk om te begrijpen hoe de infectie verloopt . In Nederland is het Usutu virus inmiddels in verschillende vogelsoorten gevonden. Daarnaast is zeer recentelijk ook het West Nile virus in Nederland aangetroffen. Het doel van dit project bestaat uit 2 delen; in deel 1 worden de vogelsoorten geidentificeerd die in Nederland een rol kunnen spelen in de overdrachtscyclus van het Usutu en West Nile virus (en eventuele nieuwe mug-overdraagbare virussen). Daarnaast willen we begrijpen hoe deze virussen zich verspreiden in een natuurlijke gastheer en deze ziek maakt. In deel 2 bestuderen we in knaagdiermodellen wat het effect is van variatie in bijv. virus dosis, infectieroute. Daarmee kunnen we deze diermodellen gebruiken om het ziekteverloop en het ziekmakend vermogen van deze virussen bij de mens te kunnen voorspellen.
De opbrengsten van dit project zijn de identificatie van Nederlandse vogelsoorten die vatbaar zijn voor mug-overdraagbare virussen (zoals Usutu en West Nile virus), de beschrijvingen van het ziekteverloop in deze dieren, en het gebruik van experimentele infecties in knaagdieren als modellen voor de identificatie van belangrijke factoren die overdracht en ziekteverloop bij de mens kunnen beïnvloeden om zo snel mogelijk behandeling te starten of preventieve maatregelen te nemen en de uitbraak zo spoedig mogelijk te stoppen.
In dit onderzoek wordt gewerkt met vogels, muizen en/of hamsters.