NTS 202013774 Verteringsonderzoek bij pluimvee
Pluimvee heeft voor groei en onderhoud verschillende voedingsstoffen nodig. Voorbeelden hiervan zijn eiwitten, koolhydraten, vetten en mineralen. De verteerbaarheid van deze voedingsstoffen (= de hoeveelheid die wordt opgenomen door het dier) in het voer van pluimvee bepaalt de voerbenutting. Het is belangrijk een dier precies op zijn behoefte te voeren, want zowel tekort als overmaat aan voedingsstoffen kan schadelijk zijn voor diergezondheid en / of milieu. Onverteerde voedingsstoffen die na de dunne darm overblijven, kunnen niet meer door het dier gebruikt worden en dit kan leiden tot gezondheidsproblemen. Verder worden onbenutte voedingsstoffen door het dier uitgescheiden in het milieu (via mest met urine). Een goede kennis van de verteerbaarheid van voedermiddelen en het complete voer is daarom van essentieel belang om te kunnen voldoen aan de behoefte van het dier en het verminderen van de uitstoot van voedingsstoffen naar het milieu. De vertering kan worden gemeten via de uitgescheiden hoeveelheid voedingsstoffen in de mest of in de dunne darm. Bij pluimvee wordt urine(zuur) via de dikke darm gelijktijdig uitgescheiden met de mest en daarom zijn benutting in mest en urine niet apart te meten. Dit urinezuur in de mest heeft wel invloed op het bepalen van de benutting van voedingsstoffen. Daarom is het van essentieel belang dat vertering ook op darmniveau wordt bepaald om de juiste gegevens te krijgen. Voedermiddelen voor pluimveevoeders veranderen in de tijd, bijvoorbeeld door veredeling van gewassen en veranderingen in het klimaat. Hierdoor veranderen ook de verteerbaarheden van de voedingsstoffen. Daarnaast wordt in het kader van circulariteit (hergebruik van grondstoffen en gebruik van afval- of bijproducten) steeds meer onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid van reststromen, die ongeschikt zijn voor de humane consumptie, in de diervoeding. Ook toevoegmiddelen (zoals bijvoorbeeld enzymen) waarvan wordt geclaimd dat deze de verteerbaarheid van het complete voer bevorderen, dienen te worden onderzocht om de invloed op de beschikbaarheid voor het dier vast te stellen.
Dit onderzoek levert verteringscijfers op waarmee mengvoerbedrijven complete voeders kunnen samenstellen voor pluimvee (vleeskuikens, leghennen, kalkoenen en eenden). De voeders zullen hierdoor optimaal voldoen aan de behoeften van het dier. Dit leidt tot een duurzamer gebruik van voedermiddelen waarmee verspilling van voedingsstoffen wordt voorkomen en het milieu wordt gespaard. Daarnaast wordt de gezondheid en dus ook het welzijn van het dier bevorderd door te voeren op de behoefte.
In dit onderzoek wordt gewerkt met vleeskuikens, leghennen, kalkoenen en eenden.