NTS 2015207 Het meten van de voedingswaarde van nieuwe eiwitten
Eiwitten zijn belangrijke voedingsstoffen voor de mens, die gebruikt worden voor de opbouw van bijvoorbeeld spieren in het lichaam. Van veel eiwitten is al bekend dat ze een goede voedingswaarde voor de mens hebben. Deze eiwitten worden ook wel eiwitten met een ‘goede kwaliteit’ genoemd. Omdat er in de wereld steeds meer voedsel nodig is, en dus steeds meer eiwit, zal er een tekort gaan ontstaan aan eiwitten met een bekende voedingswaarde.
Om toch genoeg voedingseiwitten op de markt te brengen zijn bedrijven op zoek naar nieuwe eiwit bronnen. Voordat een bedrijf op het etiket de voedingswaarde van een eiwit mag vermelden, moet het bedrijf eerst laten zien dat zo’n nieuw eiwit een goede voedingswaarde heeft (eiwit kwaliteit). Dit is een eis die door de wereld gezondheidsorganisatie (WHO) wordt gesteld. De EFSA in Europa en de FDA in de Verenigde Staten zijn de overheidsorganisaties die beoordelen of een bedrijf daarvoor genoeg bewijs heeft. De WHO heeft vastgesteld dat dit moet worden aangetoond door de eiwitten aan jonge proefdieren te geven, en de groei en de opname van het eiwit door de proefdieren te vergelijken met een bekend eiwit.
Nieuwe eiwitten zullen getest worden op hun voedingswaarde. Als een eiwit een goede kwaliteit heeft, kan het gebruikt worden om bij te dragen aan voldoende gezond voedsel voor de groeiende wereldbevolking.
Bij dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van ratten.