NTS 2015358 Bepalen veiligheid van grondstoffen voor vaccins tot en met het vaccin als eindproduct

Vaccins dragen bij aan het voorkomen van infectieziektes en het voorkomen van de verspreiding van deze infectieziektes. Onze organisatie maakt vaccins tegen onder andere de volgende infectieziektes: difterie, tetanus, polio (DTP-vaccin) en kinkhoest. Deze vaccins worden gemaakt vanuit de betreffende virus (poliovirus) of bacteriën (tetanus, difterie en kinkhoest). Daarnaast produceren wij het Bacillus Calmette-Guérin (BCG)-vaccin welke gebruikt wordt bij patienten met een bepaalde vorm van blaaskanker. Door de blaas van deze patienten te spoelen met het BCG vaccin wordt de terugkeer van kanker zoveel mogelijk voorkomen.

Vanuit wet- en regelgeving worden strenge eisen gesteld aan vaccins, voordat deze vaccins in gebruik genomen mogen worden voor toediening bij de mens. Een van de wettelijke eisen die gesteld wordt aan vaccins is, dat het geproduceerde vaccin veilig
is. Daarom wordt het vaccin op veiligheid gecontroleerd. Een goed en veilig vaccin zorgt ervoor dat mensen, zowel jong als oud, na vaccinatie niet ziek worden en niet of nauwelijks last hebben van bijwerkingen. Daarnaast zijn er veiligheidstesten die controleren of een vaccin aan het eind van de houdbaarheidsperiode nog steeds voldoet
aan alle veiligheidseisen. Vaccins hebben namelijk een bepaalde houdbaarheid en wet- en regelgeving schrijven voor dat de veiligheid van vaccins tijdens deze houdbaarheidsperiode gecontroleerd moet worden. Dit gebeurt d.m.v. van zogenaamde
stabiliteitsstudies.

Ook moet een organisatie de veiligheid van vaccins testen wanneer ze nieuwe vaccins ontwikkelen of wanneer er tijdens het productieproces een afwijking geconstateerd wordt. Voor het uitvoeren van alle bovengenoemde veiligheidstesten zijn dierproeven nodig. Alleen dan kan er gegarandeerd worden dat er goede en veilige vaccins worden geleverd voor vaccinatie van mensen.

Met behulp van bovenstaande beschreven onderzoeken, kan er gegarandeerd worden dat vaccins veilig zijn en geschikt zijn voor menselijk gebruik. Deze vaccins worden nationaal en internationaal op de markt gebracht, in o.a. het Nederlandse rijksvaccinatieprogramma (RVP) en internationale programma’s van UNICEF en de World Health Organization (WHO).

In dit onderzoek maken we gebruik van muizen en cavia's.