NTS 202010189 Bepalen werkzaamheid van vaccins
Vaccins dragen bij aan het voorkomen van infectieziektes bij de mens en het voorkomen van de verspreiding van deze infectieziekten. Omdat deze vaccins aan gezonde mensen worden toegediend, worden er strenge eisen gesteld voordat deze vrijgegeven mogen worden op de markt. Eén van de wettelijke eisen die gesteld wordt aan vaccins, is dat het betreffende vaccin een goede werkzaamheid heeft. Een goede werkzaamheid zorgt ervoor dat zowel baby’s als volwassenen na vaccinatie een goede afweer opbouwen tegen de ziekte waar het vaccin voor bedoeld is. Tevens zijn er werkzaamheidstesten die monitoren op de houdbaarheid van een vaccin. Vaccins hebben namelijk een bepaalde houdbaarheid, en wet- en regelgeving schrijven voor dat de werkzaamheid van het vaccin tijdens deze houdbaarheid gecontroleerd moet worden. Dit zijn de zogenaamde stabiliteitsstudies. Als laatste onderdeel van de werkzaamheidsstudies zijn er proeven die voor een verbetering zorgen van het vaccin of voor de verbetering van de dierproeven voor deze werkzaamheidstest. Door het uitvoeren van deze wettelijk verplichte dierproeven, kunnen we garanderen dat er goede werkzame vaccins worden geleverd.
Met behulp van bovenstaand beschreven onderzoek, kan er gegarandeerd worden dat vaccins welke vrijgegeven worden op de markt een goede werkzaamheid hebben en geschikt zijn voor menselijk gebruik. Deze vaccins worden toegepast in o.a. het Nederlandse Rijksvaccinatieprogramma (RVP) en programma’s van UNICEF en de World Health Organization (WHO).
In dit onderzoek wordt gewerkt met ratten en muizen.