NTS 202010384 Verteringsonderzoek bij varkens

Het varken heeft voor onderhoud en groei verschillende voedingsstoffen nodig. De verteerbaarheid van deze voedingstoffen in het voer van het varken (= de hoeveel die wordt opgenomen) bepaalt de voerbenutting. Het is belangrijk om de dieren naar behoefte te voeren, want zowel een tekort of overmaat aan voedingstoffen kan schadelijk zijn voor diergezondheid en/ of milieu. Onverteerde voedingsstoffen die na de dunne darm overblijven, kunnen niet meer door het dier gebruikt worden en dit kan resulteren in gezondheidsproblemen. Daarnaast worden voedingsstoffen die niet volledig gebruikt worden door het dier uitgescheiden in het milieu (via mest en urine). Een goede kennis van de verteerbaarheid van voedermiddelen en het complete voer is daarom van essentieel belang om te kunnen voldoen aan de behoefte van het dier en het verminderen van de uitstoot van voedingstoffen naar het milieu. De vertering kan worden gemeten via de uitgescheiden hoeveelheid voedingsstoffen in de mest, dunne darm en/of urine. De bepaling van de vertering van voedingsstoffen door diereigen enzymen, wat plaats vindt in de dunne darm, is in sommige onderzoeken essentieel. Voedermiddelen voor varkensvoeders veranderen in de tijd door veredeling van gewassen, klimaatverandering en andere factoren. Hierdoor veranderen ook de verteerbaarheden van de voedingsstoffen. Daarnaast wordt in het kader van circulariteit steeds meer onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid van reststromen die ongeschikt zijn voor de humane consumptie. Ook toevoegingsmiddelen waarvan wordt geclaimd dat deze de verteerbaarheid van het complete voer bevorderen, dienen te worden geëvalueerd alvorens ze gebruikt mogen worden. Dit is een wettelijke eis.