NTS 202010546 Opsporen van dierbehandelingsmiddelen en verontreinigende stoffen in voeding en landbouwhuisdieren
Landbouwhuisdieren zijn dieren die door boeren worden gehouden zoals koeien, vleeskalveren, schapen, geiten, varkens, kippen en paarden. Deze dieren kunnen bedoeld of onbedoeld ongewenste stoffen binnenkrijgen (diergeneesmiddelen, giftige stoffen uit het milieu) die daarna misschien in de voedselketen terechtkomen. Bij het bedoeld toedienen van ongewenste stoffen kan het gaan om behandeling met illegale middelen. Illegale behandelingen zijn behandelingen die volgende Europese regelgeving niet zijn toegestaan. Ze kunnen bestaan uit het geven van niet toegelaten stoffen zoals groeihormonen of niet toegelaten antibiotica, middelen die op een andere manier worden gegeven dan waar ze voor zijn geregistreerd, of middelen die niet voor een bepaalde diersoort zijn geregistreerd. Je kunt dan denken aan anabole steroïden om de groei te bevorderen bij kalveren, of antibiotica die in de EU niet toegelaten zijn. Ook kunnen er stoffen worden gegeven op een oneigenlijke manier. Bijvoorbeeld antibiotica die via het drinkwater moeten worden toegediend, via een spray in de stal verspreiden. Of middelen die alleen geregistreerd zijn voor koeien, ook aan kippen geven. Informatie over deze illegale behandelingen krijgen we van de NVWA die hierop controleert. Doel van de proeven is dan ook om onderzoeksmethoden te ontwikkelen waarmee illegaal gebruik kan worden opgespoord. Volgens de wet moet er op de aanwezigheid van dit soort stoffen in dierlijke producten worden gecontroleerd in verband met de veiligheid van onze voeding. Om die stoffen te kunnen opsporen moeten we onderzoeksmethoden gebruiken die in de Europese wet zijn vastgelegd. Verder is het belangrijk te weten hoe deze stoffen zich verspreiden in het dier en in welke weefsels de stoffen kunnen zitten. Om dit te kunnen achterhalen moeten we de praktijk nabootsen en daarvoor hebben we dieren nodig. Dit kun je zien als een soort politie-onderzoek naar gebruik van verboden middelen bij landbouwhuisdieren. Met de gevraagde dierproeven worden deze doelen behaald.
Deze dierproeven leiden tot verbeterde controlemethoden voor het opsporen van ongewenste stoffen in dieren en voeding. En dit draagt bij aan de voedselveiligheid. We kunnen met dit onderzoek ook achterhalen welke weefsels het meest geschikt zijn om te onderzoeken.
In dit onderzoek wordt gewerkt met Vleeskuikens, Leghennen, Vleeskalveren, Schapen, Geiten, Jonge kleine herkauwers,
Runderen, Varkens, Paarden en pony’s.