NTS 202011204 Bepalen veiligheid (van grondstoffen) van vaccins
Vaccins dragen bij aan het voorkomen van infectieziektes en voorkomen ook de verspreiding van deze infectieziektes. Onze organisatie maakt vaccins tegen onder andere de volgende infectieziektes: difterie, tetanus, polio. Deze vaccins worden gemaakt vanuit het betreffende virus (poliovirus) of de betreffende bacteriën (tetanus, difterie). Daarnaast produceren wij het Bacillus Calmette-Guérin (BCG)-vaccin welke gebruikt wordt bij patiënten met een bepaalde vorm van blaaskanker. Door de blaas van deze patiënten te spoelen met het BCG vaccin wordt de terugkeer van kanker zoveel mogelijk voorkomen. Vanuit wet- en regelgeving worden strenge eisen gesteld aan deze vaccins voordat ze in gebruik genomen mogen worden voor toediening bij de mens. Een van de wettelijke eisen die gesteld wordt aan deze vaccins is, dat ze veilig zijn voor gebruik. Daarom wordt het vaccin op veiligheid gecontroleerd. Een goed en veilig vaccin zorgt ervoor dat mensen, zowel jong als oud, na vaccinatie niet ziek worden en niet of nauwelijks last hebben van bijwerkingen. Daarnaast zijn er veiligheidstesten die controleren of een vaccin gedurende de houdbaarheidsperiode nog steeds voldoet aan alle gestelde veiligheidseisen. Vaccins hebben namelijk een bepaalde houdbaarheid en wet- en regelgeving schrijven voor dat de veiligheid van vaccins tijdens deze houdbaarheidsperiode gecontroleerd moet worden. Dit gebeurt d.m.v. van zogenaamde stabiliteitsstudies. Voor het uitvoeren van de bovengenoemde veiligheidstesten zijn dierproeven nodig. Voor deze studies zijn helaas nog geen proefdiervrije methoden beschikbaar waarmee aangetoond kan worden dat vaccins waarmee mensen gevaccineerd worden veilig zijn. Hiervoor zijn nog altijd dierproeven nodig. Alleen dan kan er gegarandeerd worden dat er goede en veilige vaccins worden geleverd voor vaccinatie van mensen.
Met behulp van bovenstaande onderzoeken, kan er gegarandeerd worden dat vaccins veilig zijn en geschikt zijn voor menselijk gebruik. Deze vaccins worden nationaal en internationaal op de markt gebracht, in o.a. het Nederlandse rijksvaccinatieprogramma (RVP) en internationale programma’s van UNICEF en de World Health Organization (WHO).
In dit onderzoek wordt gewerkt met muizen en cavia's.